Blog: Waarom Flexwerkplekken en AD(H)D geen match made in heaven zijn

Ah, de flexwerkplek! De hippe trend die ons vrijheid, creativiteit en een opgeruimd hoofd belooft. Fantastisch. Iedereen blij, toch? Nou, niet iedereen. Laten we eens praten over wat er gebeurt als je iemand met AD(H)D loslaat op een flexplek. Spoiler alert: het is alles behalve een Pinterest-waardig clean desk moment.

Clean Desk Policy? Hoe dan?
Stel je voor: je loopt vol goede moed het kantoor binnen, klaar voor een productieve dag. Je kijkt om je heen en ziet strakke bureaus, minimalistische planten en een "Clean Desk Policy" bordje dat je heel subtiel herinnert aan het feit dat je aan het einde van de dag ALLES moet opruimen. En daar zit je dan, met je chaotische hoofd. Je legt je tas neer, haalt wat spullen eruit, en binnen no-time lijkt je bureau wel een uitgebarsten vulkaan van papieren, post-its, pennen, bekers en schriftjes. Alles wat in je hoofd chaotisch is, lijkt zich magisch te materialiseren op je bureau.


Post-its, Post-its, en nog meer Post-its
Flexplekken zijn een ramp voor mensen die visuele reminders nodig hebben om überhaupt te onthouden dat ze om 13:00 een meeting hebben, dat er om 15:00 een deadline aankomt, en dat ze om 17:00 écht naar huis moeten. Want met AD(H) is je geheugen een zeef. Dus plak je overal post-its. Alleen is er een klein probleem: flexplekken bewegen. Die ene handige reminder die je aan je monitor hing, hangt morgen aan die van iemand anders. Post-its verdwijnen, net zoals je koffie (ja, die heb je weer laten staan bij het apparaat). Oeps.


Bekers die overal verschijnen behalve in je hand
Speaking of koffie: één van de vele mysteries van een werkdag is de magische verdwijning van koffiebekers. Het lijkt wel of die dingen hun eigen leven leiden. Je loopt naar het koffiezetapparaat, bedenkt onderweg dat je nog een e-mail moet sturen, je ziet iets interessants op je telefoon, en voordat je het weet, zit je weer achter je bureau – zonder koffie. Drie uur later realiseer je je dat je óf geen koffie hebt, óf dat je vijf bekers verspreid over het kantoor hebt staan.


Opladers, kabels, en andere vermiste voorwerpen
Wie heeft er nou nog een vast bureau nodig als je gewoon overal kunt werken? Behalve... als je nooit precies weet waar je oplader, muis of koptelefoon zijn gebleven. In de haast om op tijd te zijn, gooi je alles los in je tas, en tegen de tijd dat je bij je volgende flexplek aankomt, lijkt het alsof je een schatkaart nodig hebt om alles terug te vinden. En de oplader die je gisteren in een ander gebouw hebt achtergelaten? Die is pas volgende week weer terug, als je geluk hebt.


Een flexplek, elke dag een ander avontuur
ADD en ADHD zorgen ervoor dat routine een kunst op zich is. Flexplekken werken daar niet bepaald aan mee. Elke dag weer een ander bureau, een andere stoel, andere collega's naast je, en dus weer opnieuw wennen. Mensen met ADD of ADHD gedijen vaak op vaste plekken, waar ze langzaam maar zeker hun eigen ritme opbouwen. Maar met flexplekken? Tja, daar ben je ineens een nomade in je eigen kantoor. Niets voelt meer als ‘van jou’ en al die spulletjes die je nodig hebt om niet te verdrinken in de chaos, die moet je steeds meeslepen.

Einde van de dag: tijd om naar huis te gaan... of toch niet?
De dag glijdt voorbij in een waas van korte concentratiemomenten, afgewisseld met afleidingen die mijn hersenen als snoepjes opeten. Plots hoor ik een collega vragen of ik al naar huis ga. "Ja, ja, ik ga zo," mompel ik, terwijl ik mijn spullen bij elkaar zoek. Laptop dicht, kabels los, alles in de tas... geloof ik. Bij de uitgang stopt mijn hand op de deurklink. Momentje... Waar is mijn jas? Hangt die nog aan de kapstok? Of had ik die vanmorgen niet eens aan? Terwijl ik in mijn hoofd probeer te reconstrueren of het koud was toen ik de deur uitging, vraag ik me af of ik de volgende keer niet gewoon thuis moet werken. Maar ja, thuis... Daar is weer een heel ander soort chaos.